Wat je niet hoort over belastingvrijstelling voor ons Koningshuis

Met enige regelmaat is ons koningshuis budgettair in het nieuws. Dit als onze parlementariërs er weer eens hun vergrootglas op richten.

Dat glas biedt dan zicht op het onderscheid tussen de kosten van privé eigendom en die van zaken die nodig zijn voor de representatie van Nederland.

Waarbij vaak de vraag opduikt, of zo’n koningshuis geen inkomstenbelasting zou moeten betalen.

Dit laatste is natuurlijk een symbolische discussie: als we ons koninklijk gezin inkomstenbelasting laten betalen, gaan de betalingen vanuit de schatkist mee omhoog. Een netto uitbetaling wordt dan een veel hoger bruto bedrag. Vestzak – broekzak, dus.

Overigens was de voorwaarde bij het oorspronkelijk vaststellen van dit inkomen, dat het vermogen van de koning(in) wel gewoon belast wordt.

Echt interessant wordt het pas als je naar de erfbelasting kijkt.

Dan blijkt dat een wet uit 1956 (de Successiewet) een gouden uitzondering maakt: wat van de koning geërfd wordt is vrij van erfbelasting.

Kan iemand verzinnen waar dat toe dient? Wat onze parlementariers voor ogen staat met de voorbeeldfunctie die hiervan uit gaat?

De overheid zegt er dit over:

“Het idee achter de vrijstelling van erfbelasting voor het staatshoofd is dat hij zo de vermogensbestanddelen behoudt, die nodig zijn voor de uitvoering van het koningschap”. Ook worden de fiscale voordelen geacht te zorgen “voor een financieel onafhankelijke positie van de koning”.

Hmmm. Wanneer staat de onderzoeksjournalist op die eens uitzoekt hoe dat unieke kapitaal eigenlijk vergaard is?

In afwachting daarvan vierde Arjen Lubach destijds 200 jaar koninkrijk met een geheel eigen oplossing voor het vraagstuk.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *