Al in de aanloop naar de verkiezingscampagne kregen we te horen hoezeer het tijd is voor vernieuwd leiderschap in de politiek.
Maar in de meeste discussies daarover valt vooral één ding op: een schrijnend gebrek aan kennis en diepgang. Zoals gewoonlijk gaat het in one-liners: containerbegrippen.
En ja, óók de media sloegen hier de plank weer veelvuldig mis.
Er worden ons valse tegenstellingen voorgehouden. Alsof de wijze van leidinggeven door de in onze samenleving overlevende alfamannetjes ‘mannelijk leiderschap’ zou zijn: top-down, directief, etc.
…
(o ja: ‘t is fijn als je aan het eind van dit bericht een reactie achterlaat…)
Dat is geen mannelijk leiderschap, maar achterhaald, eendimensionaal leiderschap. In deze tijd volkomen ineffectief, nog slechts van nut in zeer uitzonderlijke omstandigheden.
Waar komt dit misverstand vandaan? Dat is prima te duiden. De oorzaak is: inertia. Deze hardnekkige opvatting over het managerschap, alsmede de overdreven status die het in onze samenleving nog altijd heeft, vindt zijn oorzaak in de industriële revolutie.
Jazeker, onze kijk op leiderschap werd gevormd in de samenleving van ruim 100 jaar geleden. Beschamend genoeg houdt ze nog altijd hardnekkig stand. Met veel schade als gevolg:
- Nog altijd menen veel professionals managersambities te moeten hebben. Posities waarin ze hun status hopen te verhogen, maar zich nooit gelukkig zullen voelen.
- Waarbij ze evenmin hun ondergeschikten een fijne werkomgeving bezorgen.
- En het ergste van al: waarbij ze veel geld afromen wat in de uitvoering stukken beter zou renderen.
Meer weten over de historische verklaring van deze misère? Kijk dan hier.
Nú doet men, alsof we tegenover mannelijk leiderschap het feminien leiderschap zouden moeten stellen. Een meer eigentijdse vorm: verbonden leiderschap, met ruimte voor open, bottom-up communicatie.
Sigrid Kaag is één van degenen die hierover afgelopen tijd nogal eens bevlogen sprak. Waarbij ze in de volgende zin pleegde te zeggen dat politici niet altijd maar bij draagvlak dienen te beginnen. Dat je daarentegen als politiek leider de durf moet hebben om noodzakelijk beleid uit te leggen.
Waarbij ze als haar grote voorbeeld Angela Merkel noemde (terecht: al vele jaren is Angela de enige ‘politicus met ballen’ in ons blikveld).
De realiteit is, dat een leider in deze tijd niet ééndimensionaal kan zijn. Noch naar de ene, moch naar de andere zijde.
Leiders in deze tijd moeten zowel gericht zijn op het halen van resultaten, als op de mens. Een leider die deugt, is in staat om beide invalshoeken te combineren, in elk gewenste balans.
Wat de juiste balans is, wordt bepaald door de situatie.
Hiervoor bestaat een woord: ‘situationeel leiderschap’. Al sinds 1984 bestaat hier een model voor: het 3D model (Reddin). Dit model laat zien dat twee zaken essentieel zijn:
o Dat een leider een voldoende ruim stijlbereik heeft.
o Dat een leider in staat is de situatie te beoordelen, om vervolgens de leiderschapsstijl te kiezen die vereist is in de betreffende situatie.
Dit heeft dus weinig te maken met mannen en vrouwen. Wèl met vaardigheden die we in onze cultuur bestempelen als mannelijk en als vrouwelijk.
Recente praktijkgevallen uit de politiek
De pandemiebestrijding liet ons prachtige voorbeelden zien van hoe het niet moet: zo werden in het voorjaar van 2020 alras óók de scholen gesloten. Het OMT achtte dat toen epidemiologisch gezien onnodig. Het kabinet deed het desondanks. Menende zo het maatschappelijk draagvlak te bevorderen voor de overige lock-down maatregelen.
Het test- en vaccinatiebeleid liepen meermaals in de soep. Met als grondoorzaak dat het kabinet tè terughoudend was jegens decentrale labs en GGD’s, deze instanties niet onder een strakke, centrale regie durfde te brengen.
In beide gevallen werd resultaatgerichtheid ondermijnd, door angst om mensen ècht te leiden.
Ook van het tegenovergestelde zagen we genoeg voorbeelden. Zo werden verregaande maatregelen afgedwongen, op een wijze die vaak inconsistent was en daardoor draagvlak-ondermijnend. Een actueel voorbeeld is de voortdurende verlenging van de avondklok.
Over leiderschap valt meer te zeggen dan uit het 3D model blijkt. Zie voor een indruk de nevenstaande figuur. En zet de vinkjes maar eens voor de politiek leider waarop je stemde.
Nu dus, over politiek leiderschap
In bedrijven gelden ingesleten spelregels voor leiders om hogerop te komen. Die regels hebben zich gevormd in het verleden. Dus, of je daarmee de leiders voor de toekomst selecteert?
Bij politieke partijen is dat niet anders. Sowieso kunnen we ons afvragen in hoeverre we daar capabele ministers en staatssecretarissen mee selecteren.
Voor een deel ligt daar de verklaring voor de weinig rationele wijze waarop onze overheid is ingericht en wordt bestuurd. Een best wel heftig democratisch dilemma!
Dan hebben we het nog niet gehad over lastige onderwerpen als dualisme en transparantie. Ook daar zou het evenwicht rationeel ontworpen moeten worden.
Over dualisme
Er moet balans zijn tussen bestuurlijke stabiliteit en dualisme (kamerleden die conform individuele verantwoordelijkheid de uitvoering beoordelen, waarbij partijbelang en regeeraccoord niet in de weg mogen staan).
In de afgelopen decennia kreeg de bestuurlijke stabiliteit de absolute prioriteit. Zo ontstond een onmachtig en slaafs parlement. Weinig effectieve controle op de uitvoering.
Dan is er nog het bedenkelijke frame waarin een minister meer status heeft dan een kamerlid. Vergelijk dat met het bedrijfsleven, met de relatie tussen directieleden en commissarissen.
Over transparantie
Ook moet er balans zijn tussen transparantie en vertrouwelijkheid. Het laatste kreeg in tientallen jaren de overhand. Tot kunst werd het pas verheven in de Ruttedoctrine.
Niets is gemakkelijk in een democratie.
En het kan nog veel erger: kijk maar naar andere landen. Echter, er is hier genoeg mis. Het streven moet ècht beter!
Daar zijn ook wij burgers bij nodig, als ultieme controle van de macht.
En kwaliteitsmedia. Media die de verleidingen van dagkoersen weerstaan, om namens ons dieper te graven en grondoorzaken bloot te leggen. En die misschien ook die verouderde spelregels eens bloot kunnen leggen, waarmee het carrièrespel in de politiek gespeeld wordt.
Dat zou een goed begin van verandering kunnen zijn…
Ik ben lid geworden van een politieke partij toen ik mij realiseerde dat deze stadstaat wordt geleid door een selectie van een selectie van een selectie van lieden die lid zijn van in omvang betrekkelijk bescheiden verenigingetjes. Ooit zei iemand: “ik ben lid van die en die partij, omdat dat de partij is waaraan nog het meeste te verbeteren valt.”
Afschaffen dus die clubjes!
Eens, dat spul heeft zichzelf volkomen overleefd.
Soms is het temidden van deze misère goed om je even te laven aan het enthousiasme van jongeren.
Bijvoobeeld dat gesprek van Coen Verbraak, waarvan hier een verslag / analyse plus de link naar de uitzending.