Als je de veranderende inzichten rond de agrarische sector een beetje volgt, valt één ding bijzonder op:
Binnen het zoeken naar oplossingsrichtingen lijkt er ’n levensgroot taboe te heersen. Dat taboe heet VLEES!
Extreem was het recente nieuws uit Frankrijk, waar scholen in Lyon wilden overstappen op vegetarische maaltijden. Dat leidde in Parijs tot een opvallend geïrriteerde reactie van ministers. “Schandalige ideologie”, “Moralistisch en elitair”, “Onaanvaardbare beleiding voor boeren en slagers”.
Vanuit Parijs werd het regiobestuur ingeschakeld, om de gemeente Lyon tot patriotischer inzichten te brengen. Dat belooft wat, gezien de Franse invloed op het EU-beleid…
…
(o ja: ‘t is fijn als je aan het eind van dit bericht een reactie achterlaat…)
Maar ook in eigen land speelde dit thema in verkiezingstijd. Zo ontstond een stompzinnige gehaktballen discussie. Daarin bleek het bijvoorbeeld van socialistische visie te getuigen dat ook minder draagkrachtigen wekelijks vier gehaktballen moeten kunnen eten.
Kortom: een vleestax is oneerlijk!
Politiek is dit een hete aardappel. Kun je je het als politieke partij wel permitteren, om je vleesverslaafde kiezers lastig te vallen met milieubewust leiderschap?
Milieu, prima. Zolang je je pijlen maar op zaken richt waar de kiezer niet al te veel last van ondervindt. Dus vlees: daar blijf je af!
Tegelijkertijd woeden er discussies en worden er onderzoeken aan de man gebracht, die het fundamentele probleem negeren. Het probleem dat vleesproductie een extreem inefficiënte manier is om voedsel te produceren. Bovendien flink milieubelastend.
Van wetenschappelijke zijde werd al meermaals vastgesteld, dat biolandbouw geen oplossing is. Tè inefficiënt grondgebruik. Wat wereldwijd alleen maar kan leiden tot een extreme verschuiving van natuurlijke- naar agrarische vierkante kilometers.
Onder meer Wageningse wetenschappers maken nu gehakt van plannen om in Europa grootschalig over te stappen op biologisch (beleid is: 25% in 2030). Hùn argument: niet goed voor het milieu…
Ze stellen dat dit alleen realistisch is door gen-technologie in de landbouw te introduceren. Op ’n volgens hen zachte wijze. Dus niet door nieuwe, kunstmatige genen in te brengen. Slechts door de in gewassen aanwezige genen wat aan te passen, zoals de natuur dat zelf trouwens ook doet.
Doel is om zo mono-culturen minder kwetsbaar te maken en opbrengsten te verhogen.
Tussen de 3.500 woorden in hun spraakmakende, wetenschappelijk artikel is één keer het woord ‘meat’ te lezen. En wel in de bewering dat vermindering van de vleesconsumptie onvoldoende zoden aan de dijk zal zetten, om het besproken probleem te omzeilen.
“Bewering’, want in het artikel zelf wordt het niet onderbouwd. Noch is dat gedaan via verwijzing naar een van de 33 referentie-publicaties.
Niet verkeerd dat wetenschappers helpen om het hoofd van onze politici wat uit de wolken te trekken. Rationeel beleid: dolgraag.
Maar intussen is het gevaar ook hier levensgroot dat agrarische lobbyisten hun invloed doen gelden, al of niet via van fondsen afhankelijke wetenschappers. We weten intussen: onze democratie is daartegen niet bestand, niet in Den Haag en niet in Brussel.
Oók weer typisch zo’n meerjarig vraagstuk waar een Burger Raad zich over zou moeten buigen? Zou dat Europees kunnen?
Het kan hoe dan ook geen kwaad als ook andere disciplines zich wat indringender in de discussie mengen.
Hier bijvoorbeeld een heel praktische beschouwing van een gepensioneerde WUR-hoogleraar, vanuit filosofische achtergrond. Die het ook over vlees heeft, zonder daar dogmatisch over te doen.