Mager 5-je voor Corona-bestrijdend kabinet

Hoewel de verkiezingen hopelijk over méér gaan dan alleen Corona, is de vraag tòch actueel: “Hoe effectief was Rutte III in de crisisaanpak?”

Immers, het blijkt dat kiezers zich nogal laten beïnvloeden door Rutte’s optreden als ‘redder des vaderlands’.


Wie in december het scherpe oordeel daarover hoorde van Mark’s eigen partijgenote Neelie Kroes, weet dat bovengenoemd rapportcijfer aan de milde kant is.

In maart 2020 begon het nog betrekkelijk o.k.

Die eerste twee Corona-maanden begrepen we heus, hoe Rutte’s crisisteam met 50% van de informatie 100% van de besluiten moest nemen. Dat probleem kenden andere landen ook.

Het aardige daarvan was, dat er veel verschillende aanpakken ontstonden. Waardoor we heel snel hadden kunnen leren, als we de bureaucratische oogkleppen hadden afgezet…

(o ja: ‘t is fijn als je aan het eind van dit bericht een reactie achterlaat…)

Eén vroeg falen tekende zich in vrijwel alle landen af: in verpleegtehuizen. In dat soort instituten liep het aantal besmettingen met fatale afloop vrijwel overal snel uit de hand. Bij ons had dat te maken met een combinatie van faalfactoren.

Vooropgesteld: de crisiaanpak had heus erger gekund. In vergelijking met sommige andere landen, deden we het hier niet ronduit beroerd. Toch ging er teveel mis, om staande te houden dat deze crisis effectief gemanaged werd.

Dat veel kiezers dit Mark Rutte niet aanrekenen, dankt hij vooral aan zijn minzaam oncollegiale houding tegenover Hugo de Jonge. De scherpe waarnemer zag in de vele persconferenties, hoe het teflon-Mark steeds weer lukte om apen naar Hugo’s schouder te verplaatsen.

Daarbij geholpen door de aanwezige journalisten, die tè vaak faalden in het bedenken van zinnige vragen (veel persvragen waren zelfs ronduit kinderachtig).

Het gehannis rondom een uiterst trage en verwarde start van het vaccineren ligt nog vers in ons geheugen. Ook is opnieuw duidelijk, hoe ineffectief de logistiek bij vele GGD’s is.

Eigenlijk hoeft dat ons niet meer te verbazen. De lijst van missers die vanaf het vroege voorjaar van 2020 ontstond spreekt boekdelen.

Voor wie dat overzicht even op zich in laat werken, is de conclusie is helder: Het glanslaagje van de persconferenties kan niet verhullen dat Rutte III weinig van de crisisbeheersing gebakken heeft.

Naast het verlies aan geloofwaardigheid is er een opvallend gebrek aan transparantie.

Da’s fijn voor de samenzweringsdenkers onder ons. Zo hebben ons openbaar bestuur en haar instituties de groei in samenzweringsdenken óók aan zichzelf te danken.

Het loont om even stil te staan bij de belangrijkste grondoorzaken van een zwakke Nederlandse crisisaanpak:

  • Een weinig naar buiten gerichte blik, waardoor we niet leren van andere landen. Het ‘not-invented here’ syndroom.
  • Een ontbrekend besef van eigen onvermogen. Zo is logistieke slagkracht bepaald geen eigenschap van overheidinstanties.
  • Regievoering op basis van te eenzijdige adviezen, weinig multidisplinair. Erger nog: deze mono-cultuur werkte verstikkend. Ook epidemiologen kregen binnen het OMT ’t stempel ‘ondermijnend’, als ze een ander perspectief inbrachten.
  • Het buiten beschouwing laten van vitale expertise bleek ondermeer hieruit, dat men zich meermaals vastpinde op één scenario. Van epidemiomologen en beleidsambtenaren moet je blijkbaar geen basiskennis van strategieplanning verwachten.
  • Het vasthouden aan een bureaucratische werkwijze, (bedrijfs-)politieke risiso’s mijdend, verkokerd en traag. Daarbij veronderstellend dat beleidsambtenaren in een crisis snel kunnen schakelen.
  • Het vasthouden aan een ambtelijk-wetenschappelijke houding: niet bewezen, dus doen we het niet. Een crisis beheers je met een andere houding: zou kunnen werken hoewel nog niet wetenschappelijk bewezen. Toepassing dus overwegen, om onnodige risico’s te vermijden!

Genegeerd werd dat noodmaatregelen ook van belang zouden zijn binnen de eigen instituties. Hoeveel bewijs heb je nodig, om te zien dat de regie rond de geregionaliseerde GGD’s tijdelijk centraal getrokken moet worden?

Weet men in Den Haag werkelijk niet, dat verkokerde ministeries zelfs in normale tijden verlammend werken? Laat staan dat je dit verschijnsel tijdens een crisis op zijn beloop kunt laten.

Wat we ons tenslotte moeten realiseren: je kunt dit alles niet alléén de huidige crisisministers kwalijk nemen. Zij moeten leunen op instanties die tijdens decennia van naïef neoliberaal beleid zijn uitgekleed. En, wat breed bekend is, hoe meer je uitbesteed hoe groter het risico dat de kennis opdroogt waarmee je die externe diensten moet managen.

Zo versterkt dus ook het thema ‘crisisbeheersing’ de electorale conclusie: we hebben dit te wijten aan drie kabinetten Rutte èn aan elk van de vier bestuurspartijen die ons land sinds midden 70-er jaren regeerden: CDA, D66, PvdA en VVD.

2 reacties op “Mager 5-je voor Corona-bestrijdend kabinet

  1. Het is bij mijn weten in de geschiedenis van de mensheid nog nooit voorgekomen dat een crisis zo letterlijk pandemisch is. Over de hele wereld èn tegelijkertijd. Dat er fouten worden gemaakt is verklaarbaar.
    Maar na het benoemen en erkennen van wat verkeerd is gegaan is het NU tijd voor plannen ter verbetering. En daarvan zie ik helaas nog te weinig, terwijl de volgende, grotere crisis al volop aan de gang is, namelijk die van de uitputting van Moeder Aarde. Corona is slechts een waarschuwing.

    1. Sure, de vraag is: zullen we eindelijk echt lering trekken, kijkend naar de opgesomde grondoorzaken? Parlementair enquetes plegen uit te zoeken waar het mis ging en door wie zoal. Heb je er wel eens eentje gezien die doorvertaalde naar ‘implementeer dit & dat en het komt nooit meer voor’?

Laat een antwoord achter aan Fred van Sprang Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *