Het door vrijwel alle partijen gedeelde antwoord ligt dezer dagen tussen ’n vergissing en behóórlijk fout. Maar ons beeld is stereotypisch. Gebaseerd op een historische vertekening.
Logisch, omdat de geschiedenis van deze stroming nogal onbekend is. Informatie erover is te vinden in ‘de wonderlijke geschiedenis van …’. Daarnaast staat een belangwekkend interview op youtube. Voor wie minder tijd heeft, hieronder een samenvatting.
…
(o ja: ‘t is fijn als je aan het eind van dit bericht een reactie achterlaat…)
We menen dat het neoliberalisme zo’n beetje begonnen is met Margaret Thatcher en Ronald Reagan. Om vervolgens door te sijpelen naar onze contreien. Niet slechts via conservatief-liberalen, of ‘no-nonsense bestuurders’ als Ruud Lubbers.
Maar juist ook via de sociaal-democraten van de ‘derde weg’: Bill Clinton, Tony Blair en Wim Kok.
In werkelijkheid was de geboorte van het neoliberalisme (in de dertiger jaren) een reactie op het ongebreideld kapitalisme van de industriële revolutie. Onze overheden waren nog nauwelijks aangetreden. Ze blonken voornamelijk uit in hun laissez faire beleid. Dat was liberalisme in de zin van: de markt regelt alles wel.
Dat leidde natuurlijk tot (a)sociale uitwassen. Met name in Europa ontstond daarop het denken over een georganiseerde markteconomie. Iets wat het midden moest houden tussen laissez faire en centrale planning. Daarnaast werd de basis gelegd voor de verzorgingsstaat.
De èchte neoliberale gedachte: markten zijn een goed mechanisme voor ontwikkeling. Maar ze moeten wel geconstrueerd en gereguleerd worden. De overheid heeft daarin een krachtige rol en treedt uiteindelijk op als marktmeester.
Wat wij sinds de zeventiger jaren hebben zien gebeuren, sinds Thatcher en Reagan, zou je beter kunnen betitelen als NEO-neoliberalisme. Niks marktmeester. Hier werd vrijwel klakkeloos de filosofie van de Amerikaans-Russiche marktfundamentaliste Ayn Rand geïmplementeerd.
Zij predikte dat de overheid eigenlijk slechts één taak had: het waarborgen van law & order. De zorg voor fysieke veiligheid en die voor eigendomsrechten. Via politie, justitie en leger.
Haar tovenaarsleerling Alan Greenspan kwam als opperhoofd van de FED in de positie om Ayn’s extreme filosofie toe te passen op het financiële systeem. Met de inmiddels bekende gevolgen.
Dit terwijl Ronald Reagan meende dat ‘de overheid’ per definitie log en incapabel is. Dat werd dus snijden en vermarkten, wat mooi samenviel met zijn plannen om belastingen te verlagen.