De onontkoombare feiten rondom HCQ berichtgeving

Vanaf een vroeg moment in de Corona-crisis waren er berichten, dat de bestaande ontstekingsremmer Hydroxychloroquine (HCQ) bij Covid-19 genezend zou kunnen werken. Hier en daar werd zelfs gepleit voor preventief gebruik van dit middel, met name bij kwetsbare mensen en ditto beroepen.

Bij dit alles manifesteren zich van meet af aan voor- en tegenstanders. Maar helaas zonder dat daarbij een zinnig, open debat ontstaat.

In de loop van de tijd is vooral tegenstrijdige,  onvolledige en verwarrende informatie gepubliceerd. Dat is opvallend hardnekkig: het is nog altijd het geval.

Zie nevenstaand voorbeeld van de NRC berichtgeving, met daarbij de zoveelste signalering van hun stelselmatige fout. Waarop deze kwaliteitskrant in alle talen blijft zwijgen.

Zoals trouwens haar hardnekkige gewoonte blijkt te zijn, ondanks de er werkzame Ombudsman.

Niet alleen de media communiceren hier slordig over, maar ook de websites van al onze officiële instanties.

De meest voorkomende miscommunicatie:

(o ja: ‘t is fijn als je aan het eind van dit bericht een reactie achterlaat…)

Voorstanders van HCQ-gebruik in de 1e lijnszorg pleiten ervoor, dat versneld een onderzoek wordt uitgevoerd. Eventueel parallel aan een langer traject, waarin dan later wèl de Gouden Standaard voor medisch wetenschappelijk onderzoek wordt gehanteerd.

Hun argument is dat, als men wacht op deze laatstgenoemde meest grondige methode, er in de tussentijd (maandenlang) onnodig vele doden kunnen vallen. Niet slechts Corona-doden, maar ook vele op wachtlijsten belandde patiënten met andere ziekten.

Waarbij bovendien de maatschappelijke-  en economische schade onnodig oploopt, volgend uit Lock-Down en / of uit de 1,5 meter samenleving. Waarbij experts uit de geestelijke gezondheidszorg aangeven dat de situatie ook nog eens tot ernstige mentale schade leidt, inclusief suïcides.

Tegenstanders zetten het pleidooi van de voorstanders weg als onvoldoende wetenschappelijk, als onverantwoord en gevaarlijk. Echter zonder op de argumentatie van de voorstanders in te gaan:

  • Dat puur risicomijdend, bureaucratisch gedrag bij een crisis niet slim is.
  • Dat er nu eenmaal daadkracht en een afweging van risico’s nodig is.
  • Dat de instanties minder naar binnen gericht moeten zijn en zich veel beter extern dienen te oriënteren.
  • Dat het sowieso ongepast is om star bij het eigen gelijk van een subdiscipline te blijven.

Voorstanders geven aan dat HCQ in combinatie met Zink orotaat en Azitromycine dient te worden toegediend, eventueel aangevuld met bepaalde vitaminen. En een essentieel onderdeel van hun advies: in het allereerste stadium van Covid-19.

D.w.z.: in de eerste lijnszorg, op het moment dat er nog geen sprake is van complicaties. Een vereiste hierbij: voor de eerste lijn moet voldoende testcapaciteit beschikbaar zijn om vast te stellen of iemand echt Covid-19 heeft. Waarbij de uitslag binnen een etmaal beschikbaar dient te zijn.

Dagbladen, inclusief de kwaliteitskranten, berichten dus ongenuanceerd over de situatie. Ze doen duidelijk onvoldoende bronnenonderzoek en lijken regelmatig blind te kopiëren uit elders gepubliceerd nieuws. Hetzelfde geldt voor het gesproken nieuws en voor de populaire praatshows. Dit alles draagt bij aan nerveuze, non-informatie.

Op 22 mei werd een veelbesproken Lancet-artikel gepubliceerd. De slotsom was dat HCQ geen positief effect op Covid-19 had, maar wel serieuze risio’s voor bepaalde doelgroepen. De wetenschappelijke verwoording was genuanceerd. Deze auteurs maakten tenminste wèl duidelijk, dat dit over ziekenhuispatiënten ging, dus over Covid-19 in een gevorderd stadium.

Essentieel, omdat daarmee de conclusies geen contra-indicatie waren voor het pleidooi van de voorstanders van 1e lijnsgebruik.

Dit belangrijke gegeven negeerden kwaliteitskranten over de hele linie (zelfs de Britse Guardian). De enige die er genuanceerd over berichtte was Reuters.

NRC daarentegen: “Opnieuw bewijs: Chloroquine helpt COVID-19 patiënt niet”. Trouw “Malariamedicijn werkt niet tegen coronavirues en is ook nog eens gevaarlijk”. Volkskrant: berichten van dezelfde strekking.

Dezelfde stellige fout was te horen in een aflevering van een NPO-podcast, die beoogt ons op de hoogte te houden van de wetenschappelijke vorderingen. 

NPO Ombudsman Margo Smit reageert overigens wel heel correct en vlot op een melding!

Toen een groep wetenschappers aantoonde dat bovengenoemd onderzoek onbetrouwbaar en niet transparant was, trokken zowel de Lancet als de New England Journal of Medicine het artikel terug. Wat overigens niet van betekenis is voor de hier geconstateerde feiten.

De World Health Organization, die uiterst alert (maar eveneens ongenuanceerd) alle HCQ-onderzoeken op halt had laten zetten, kwam daarop weer terug. Maar dat bleek voor HCQ slechts uitstel van executie. Het werd al snel alsnog weer teruggedraaid.

Terwijl dus nog altijd niemand het broodnodige, op vroegtijdig HCQ-inzet gerichte, onderzoek startte, kwam er een geluid uit onverwachte (en onverdachte) hoek.

Een Leidse statisticus verwonderde zich blijkbaar ook over de vele wanberichten en de radiostilte in onderzoeksland. Dit is de emeritus hoogleraar Wiskundige Statistiek Richard Gill. Hij analyseerde het beschikbaar anekdotisch bewijs uit situaties waarin HCQ wèl bij de eerste verschijnselen was ingezet. Zijn conclusie kwam op 10 juni naar buiten.

Ondanks de ook door hem aangegeven relativering i.v.m. het  beperkte, goeddeels anekdotisch bewijs bij zowel Rob Elens als bij de controversiële Franse Raoult, concludeert Richard op basis van zijn statistische analyse van de data, dat er een significante kans is dat dit anekdotisch bewijs wel degelijk te onderbouwen is.

Let wel: de conclusies van Richard Gill zijn op 9 juni gepubliceerd in het Leidsch Dagblad. Wie dit nieuws elders heeft zien overnemen, wordt bij deze uitgenodigd onder dit bericht  een reactie achter te laten. Want het heeft er alle schijn van dat ook dit opmerkelijke feit doodgezwegen is.

Inmiddels, een week later, is er namelijk in de media nog altijd niets over te vinden. Intussen hebben de media ons wel opnieuw verzekerd dat HCQ geen toekomst heeft. Wat al maandenlang -en nog altijd onverminderd- een niet te verantwoorden conclusie is.

Denk eens mee: hoe is deze onwaarschijnlijke inertia te verklaren? Hopelijk toch niet alleen maar om de pharma-industrie aan HCQ geen cent meer verdienen kan, omdat het off-patent is?

Die belangen spelen wel, maar het zij de samenzwerings-aanhangers toch niet vergund dat de hele Nederlandse medische wereld zich door zo’n pharmabelang laat sturen?

Wel zeker is, dat onze ‘ kwaliteitsmedia’ en ditto gezondheidsinstanties op hun eigen onnavolgbare wijze een willige markt creëren voor samenzweringstheorieën! Daarmee bewijzen ze ons een slechte dienst.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *